Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En nu, doet de [24]vreemde goden weg, die in het midden van u zijn, en neigt uw harten tot den HEERE, den God van Israel. 24. Te weten de goden der vreemdelingen. Uit deze woorden is te zien, ofschoon er openlijk geen afgoderij is geduld geweest, dat er nochtans enigen onder de Israelieten in dezen tijd waren, die de afgoden in het verborgen bij zich hadden, en die eerden en dienden. Zie Amos 5:25,26; Hand.7:43. Zie ook Gen.35:2.